Sinds eind januari zijn er drie onderzoeksteams in Spanje en Portugal om de grutto’s te tellen, te observeren en vooral om de burgerlijke stand van de gekleurringde vogels bij te houden door het af lezen van de ringen. Hiermee kan de overleving van zowel de oude als de jonge vogels worden bepaald. Het 1e onderzoeksteam in de monding van de Taag trof het qua weer niet al te best. Veel regen en wind, voor de grutto’s maakt dat weinig uit. Ze foerageren hier op natte rijstvelden en leven van valrijst die na de oogst is achter gebleven op de akkers. Vorige week waren dat er zo’n 38.000, maar inmiddels hebben we als 2e onderzoeksteam vastgesteld dat het er nu zeker meer dan 40.000 moeten zijn. We zien ze ook alle dagen meer ‘op kleur’ komen! En door het mooiere weer van deze week (13 tot 15 graden en zon), klinkt af en toe het fraaie verdragende “grutto-grutto-grutto” vanuit de blauwe lucht, als ze elkaar opzoeken in grote groepen.
Ze slapen met zijn allen in een rijstveld met het liefst flink wat water voor de veiligheid, omdat grondpredatoren zoals vos, hermelijn etc daar niet zo makkelijk kunnen komen. Als er een bruine kiekendief, die zitten hier veel, of buizerd of slechtvalk overkomt vliegen, klonteren de vogels als een bal in de lucht bij elkaar om het de aanvaller moeilijk te maken. Dat is een machtig mooi gezicht en lijkt veel op spreeuwen vlak voor het slapen gaan. Er zitten hier nu 4 gezenderde grutto’s maar Amalia zit nog in Spanje. Ons team bestaat uit Maarten Hotting, Siebe Bonthuis en Wim Tijsen, alle drie vrijwillige gruttoringers en onderzoekers uit Nederland. We kijken hier ook naar de ontwikkeling qua conditie (vetpercentage) en zomerkleed van de vogels wat ook vaak iets over conditie zegt. Als we het goed begrijpen kunnen de grutto’s hier beter nog even blijven qua weer, maar ook qua conditie zien we dat de vogels hier vooral bezig zijn met eten, opvetten en slapen om klaar te raken voor de laatste etappe naar Nederland.
Door: Wim Tijsen