< >
Kening
 

Gjin Mienskip sûnder Mienskar

Nieuws  • 15 december 2015   
 
 
 
 

‘Het land is van de boer, het landschap van ons allemaal’ is zo’n collectieve gedachte waarmee burgers co-eigenaarschap en medeverantwoordelijkheid claimen over het landschap en de biodiversiteit daarin. Maar is dat wel zo, en wat betekent dat in praktijk? De debatavond van 26 november stelde dit co-eigenaarschap centraal. Naast debat was er veel ruimte voor theater en wetenschappelijke inbreng. Het verslag van 26 november én een terugblik op de debatavond van 10 november.

De avond begon met een koorzang van locatietheater Molke en het door acteur Popke van der Zee voorgedragen gedicht Mienskip van Obe Postma uit 1926. Het gedicht eindigt met de zinnen: En al wat hjir troch bloei en stjerren gong, Kaam gear yn my; burger en landschap intiem verbonden.

Commons, skarren, meenten en marken

Professor Tine de Moor (Universiteit van Utrecht) stelde dat co-eigenaarschap een waardevolle organisatievorm is, die voor collectieven van agrarisch natuurbeheer inspirerend kan zijn. In ‘commons’ staat co-eigenaarschap centraal. Commons zijn gemeenschappelijk beheerde weidegronden, ‘mienskarren’ in Fryslân, ‘meenten’ in Zuid-Nederland en ‘marken’ in Oost-Nederland. Een skar was een aandeel in een gemeenschappelijke weide. Het eigendom was vaak in handen van de kerk. In Easterlittens bijvoorbeeld, was het Buremousje bij Wammert zo’n mienskar van 8 hectare, eigendom van de kerk. Tot 1955 konden verschillende ‘komelkers’ uit het dorp – kleine boeren zonder eigen boerderij – hier gezamenlijk hun vee weiden. Er waren hooilanden en weilanden. Nu wordt het gebruikt voor weidevogelbeheer. Mienskarren zijn bijna allemaal verdwenen, de meeste grond is in handen van boerenfamilies.

De recente zorg- en energiecoöperaties, deeleconomie en burgerinitiatieven zijn voorbeelden van nieuwe commons. Kenmerkend voor commons is:

  • gemeenschappelijk gebruikersrecht,
  • zelfbestuur,
  • gemeenschappelijk beheer,
  • onderling vertrouwen en
  • deelname van betrokkenen in de besluitvorming.

Kunnen de collectieven van agrarische natuurverenigingen, zoals die in 2016 van start gaan, met burgers werken aan maatschappelijk draagvlak voor natuurbeheer? Boerin Janke Jeltsje van Dijk, op wiens boerderij in Nijhuizum deze zomer het locatie theater Molke speelde, stelde: “Theater zoals Molke maakt de dromen en dilemma’s van boerenfamilies ervaarbaar en gaat ver voorbij de krantenkoppen. Dit is nodig voor een vruchtbare dialoog tussen boeren en burgers.”

Voorzitter Attje Meekma van het agrarische natuurcollectief Noardlike Fryske Wâlden daagde de aanwezigen uit met een stelling: ‘Momenteel zijn alleen de boeren en overheden serieus bezorgd over de toekomst van de grutto en het landschap’. De aanwezigen waren het hier niet mee eens.

Sergio Couto vertelde over hoe in Galicia, Noord-Spanje wilde paarden van belang zijn voor het gemeenschappelijk begrazen van de bosrijke heuvels om onder meer bosbranden te voorkomen. Jaarlijks worden de paarden tijdens een cultureel festival in een ‘jister’ gedreven, hun manen geknipt en gemerkt door de eigenaar. Een voorbeeld van gemeenschappelijk beheer van gemeenschappelijk bos. Om biodiversiteit te versterken zijn nieuwe verdienmodellen of culturele festivals niet genoeg volgens Sergio. Het is van belang dat burgers via zelfbestuur meebeslissen en mede verantwoordelijk zijn voor de biodiversiteit. Daarvoor zijn nieuwe bestuursmodellen nodig, ‘fan ûnderen op’! Commons geven inzicht in veerkrachtige vormen van samenwerking.

Gedeelde identiteit als basis

Conclusie van de avond was dat commons niet revolutionair zijn, maar een lange geschiedenis kennen in Nederland en in Europe, in de stad (gilden) en op het platteland (mienskar, meenten, marken). Ook met het huidige private grondbezit van boeren kunnen de ontwerpprincipes van de commons inspiratie zijn voor burgers en boeren om voor langere tijd een stevige, veerkrachtige en gelijkwaardige samenwerking op te bouwen. Een samenwerking die geworteld is in de gedeelde identiteit van streek en landschap. Daarmee kunnen de collectieven ook op lange termijn weerbaar blijven. Burgers willen betrokken worden bij het landschap, maar weten vaak niet hoe ze dit moeten aanpakken. Kening fan ‘e Greide werd opgeroepen om dit te organiseren. Gjin Mienskip sûnder Mienskar!

Wim Hiemstra

Lees ook het verslag van de debatavond met grutto-experts Mo Verhoeven en Jelle Loonstra >