Fries Natuurmuseum wijdt grootste tentoonstelling in zijn geschiedenis aan grutto
Het bruist in het Natuurmuseum Fryslân en directeur Gerk Koopmans bruist graag mee. Zijn museum werd het afgelopen jaar door de projectgroep van de Kening fan ‘e Greide ‘overgenomen’ als clubhuis. Een natuurlijke locatie, aldus Koopmans. “Als je wilt dat het publiek in aanraking komt met dit project, ben je hier op de goede plaats.” En hij deelt het museum graag met de Kening. “Dit museum is meer dan een collectie. Wij willen laten zien dat het landschap waarde heeft en wat die waarde is. Maar ook dat het zorg en aandacht nodig heeft.”
Hij is al volop aan het broeden op de inrichting van een Grutto-tentoonstelling in 2014. “Dat wordt de grootste tentoonstelling in de bijna 100-jarige geschiedenis van het museum”, vertelt Koopmans enthousiast. Een aantal activiteiten vormt dit jaar al een prelude: een reeks lezingen en een kleine expositie die zich vooral op de wetenschappelijke kant van het verhaal richt. Die moeten ook nieuwsgierigheid naar de grote tentoonstelling wekken. Daarnaast blijft het Natuurmuseum Fryslân ook de komende jaren thuishonk voor de biologen, boeren, landschapskenners, kunstenaars en artiesten die samenwerken in de Kening fan ‘e greide.
De grutto stond al langer op het ’themalijstje’ van Natuurmuseum Fryslân. Maar pas toen hij er met anderen over sprak, kreeg hij een idee van de omvang die de tentoonstelling moest krijgen. “Toen ik hoorde van alle plannen en projecten die er al zijn voor een gruttovriendelijk landschap, kreeg het idee vleugels. De grutto staat symbool voor de teloorgang van de biodiversiteit. Het gaat om veel meer dan aandacht van het algemene publiek. We moeten bijvoorbeeld vooral ook de boeren en de zuivelindustrie zien mee te krijgen.”
Niet eerder zat Koopmans aan tafel met zo’n gemêleerd gezelschap als de projectgroep van de Kening fan ‘e greide. “Er leeft en borrelt zo veel. Het is echt uniek”, vertelt hij. En dat wordt wat hem betreft ook de grote tentoonstelling in 2014. De directeur wil bezoekers het weidelandschap en de invloed van de mens laten beleven. Bijvoorbeeld door het enorm uit te vergroten, zodat je het als bezoeker ervaart als een insect; de grassprieten hoog boven je uit stekend. Een mooie manier om het verschil te laten zien tussen weidegebieden waar alles gericht is op een zo hoog mogelijke productie en weides waar biodiversiteit prioriteit krijgt heeft.
Over de precieze invulling van de tentoonstelling is Koopmans nog volop aan het denken, maar dat het prachtige atrium van het museum er een centrale plaats in krijgt, staat al wel vast. De binnenplaats wordt normaal vrij gehouden voor bijeenkomsten, maar in 2014 wordt ook deze ruimte benut. Daarnaast weet hij ook al zeker dat kinderen de belangrijkste doelgroep zullen zijn. De setting zal dan ook veranderen met de verschillende schoolvakanties en daaraan gekoppelde acties, zoals in de voorjaarsvakantie ‘Help-Pake-en-Beppe-de-vakantie-door’. “Als we kinderen kunnen laten zien hoe waardevol ons landschap is, hebben we over twintig jaar een generatie voor wie het vanzelfsprekend is dat het zorg verdient.”