In het laatst verschenen nummer van het Nederlandse ornithologische wetenschappelijke tijdschrift ARDEA publiceren Lucie Schmaltz e.a. een analyse van een langjarige serie waarnemingen aan de verspreiding van kemphanen in Zuidwest Fryslân.
Er is in deze jaren sprake van een achteruitgang van kemphanen die op weg zijn naar het noorden. Toch levert ons onderzoek indirect bewijs voor de stelling dat de aanleg van natte gebieden of plas-dras-situaties ons studiegebied (dat gedomineerd wordt door moderne graslanden) aantrekkelijker maakt voor doortrekkende kemphanen.
In de onderzoeksperiode namen de piekaantallen af van 20.000 vogels in 2003 tot 3500 in 2009, waarna de aantallen stabiliseerden. Gebruikmakend van de plaatsen waar met kleurringen gemerkte individuen verbleven, beschrijven wij de veranderingen die tussen 2006 en 2013 in de ruimtelijke verspreiding van overdag foeragerende kemphanen zijn opgetreden (‘s nachts verblijven de vogels op gemeenschappelijke slaapplaatsen).
In de loop van de jaren trokken de kemphanen zich meer en meer terug in het midden van ons studiegebied van 10.000 hectare. Daar werden, tussen de intensief beheerde weilanden, bestaande en recent ontwikkelde natte gebieden gebruikt om te foerageren of te roesten. Om mogelijke veranderingen in het ruimtelijk gebruik van het gebied te kwantificeren, hebben wij in 2013 een transect-inventarisatie uit 2003 herhaald. Door kruidenrijkdom (als maat voor intensiteit van agrarisch gebruik) en landschapskenmerken (afstand tot de slaapplaats, grondsoort) op een vergelijkbare manier te karakteriseren, konden we aantonen dat in het voorjaar van 2013, net als in 2003, kemphanen het liefst zo dicht mogelijk bij een slaapplaats foerageren. De inventarisaties brachten ook aan het licht dat kemphanen een voorkeur hebben voor de Workumerwaard: een bijzonder grote, open en grotendeels extensief beheerde polder met een zanderige bodem en een korte vegetatie, grenzend aan een traditionele slaapplaats direct aan de kust.
We menen dat dit onderzoek ondersteuning levert voor de gedachte dat met het creëren van meer natte graslandgebieden de kemphanen ook in de toekomst een plek in ons landschap kunnen behouden.
We bedanken alle instanties en iedereen die aan dit werk heeft bijgedragen. Voelt u vrij om dit bericht met collega’s te delen!
Met beste groeten,
Theunis
Lees hier de publicatie:
Schmaltz L.E., Vega M.L., Verkuil Y.I., Hooijmeijer J.C.E.W. & Piersma T. 2016. Use of agricultural fields by Ruffs staging in southwest Friesland in 2003–2013. Ardea 104: 23–32. doi:10.5253/arde.v104i1.a2
Mede mogelijk door:
It Fryske Gea, Staatsbosbeheer and land owners gave access to their properties. The University of Groningen, the Gratama Foundation, Diergaarde Blijdorp through World Wildlife Fund-Netherlands, and BirdLife-Netherlands and the Province of Fryslân contributed financially to this study.