Dinsdag 21 mei. Alweer de vierde debatavond van dit jaar. Deze keer met Jaap Dirkmaat. De pleitbezorger voor natuur en cultureel erfgoed in Nederland staat bekend om zijn enthousiasme en vaak onorthodoxe uitspraken. Dat imago deed hij ook deze avond recht.
Jaap Dirkmaat: “Fryslân is mooi, maar wordt ook bedreigd”
Als het gezicht van Vereniging Nederlands Cultuurlandschap riep hij Fryslân in 2010 uit tot ‘Mooiste provincie van Nederland’. Goede reden om hem uit te nodigen en te vragen waarom Friesland dan wel de mooiste provincie is. Dirkmaat toonde dit aan de hand van beelden van onder meer het coulisselandschap en oorspronkelijke terpdorpjes. “Uniek”, volgens deze kenner. Net zo goed als het besef bij veel Friezen dat men zorgvuldig met het landschap en cultureel erfgoed moet omgaan. Helaas volgen overheid en bedrijfsleven dit goede voorbeeld niet of nauwelijks. Als voorbeelden noemde Dirkmaat de aanleg van de Centrale As. “Wie zit er te wachten op een vierbaansweg dwars door een van de mooiste streken van Nederland die het achterland met Ameland verbindt?”, zei hij schertsend.
Ook stoort hij zich aan lelijke dorps- en onnodige stadsuitbreidingen in vaak fraai cultuur- of natuurlandschap. Om nog maar niet te spreken over de voorgenomen aanleg van windmolenparken op plekken waar nog sprake is van unieke vergezichten en pittoreske (terp)dorpen. Anders gezegd: Fryslân is bezig om haar unieke landschap op te offeren aan economisch gewin. Voor zover daar sprake van is. “Men moet zich realiseren dat dit unieke landschap veel, heel veel waard is. En onbetaalbaar om te herstellen wanneer het eenmaal is verkwanseld. Als ik buitenlanders Nederland laat zien, zijn er twee gebieden die ze bijzonder en aantrekkelijk vinden: de Achterhoek en Friesland. Dat is ook de reden waarom hier veel toeristen komen. Je treft naast variëteit vooral nog rust en authenticiteit aan. Dat is, zeker op de lange termijn, meer waard dan weer een bedrijventerrein aanleggen waar er al meer dan genoeg van zijn.”
Hij had ook een mening over het weidelandschap en dan met name het behoud daarvan. Bloemrijke weiden zijn niet alleen goed voor het bodemleven, de weidevogels en de kwaliteit van het landschap, maar ook voor de koeien zelf, meent Dirkmaat. De kruiden zijn gezond voor de beesten, geven smaak aan de melk en zorgen er voor dat er minder bijgevoerd hoeft te worden. Dat de koeien het lekker vinden, blijkt wel uit het feit dat ze hun kop onder het schrikdraad doorsteken om in de vaak kruidenrijke randen te grazen.
Hij steunt een initiatief als Kening fan ‘e Greide van harte. En geeft ook nog een aantal tips om het areaal bloemrijke weilanden uit te kunnen breiden. “Zamel geld in van fondsen en particulieren en benut de rente om boeren te compenseren die de natuur een warm hart toe dragen. Zet ook in op streekproducten als gruttokaas of -melk, waar meer voor moet worden betaald. Coöperaties moeten daar toch oog voor hebben.” Verder zag het veel in het inzetten van de provinciale Nuon-pot voor behoud van het weidelandschap en het stimuleren van bloemrijk akker- en weideranden. “Wanneer die breed genoeg zijn en over een groot oppervlak verspreid is dat een mooie broed en schuilplaats voor dieren.”
Het debat werd met ruim 90 bezoekers druk bezocht. Volgende keer op het programma: Albert Jan Maat van LTO. “Laat hem maar eens uitleggen waarom het LTO mede schuldig is aan het schrale weidelandschap”, droeg Dirkmaat het stokje over.