In maart van dit jaar publiceerde Vakgroep Dierecologie van de Rijksuniversiteit Groningen een boekje/brochure over het grootschalige grutto-onderzoek in Zuidwest Fryslân dat tussen 2013 en 2015 plaatsvond. Aangeboden door Kening fan ‘e Greide en gesteund door de provincie. Laatste schreef, in de persoon van gedeputeerde Johannes Kramer, een mooi voorwoord (zie onderaan dit bericht). Het boekje vond gretig aftrek bij boeren en geïnteresseerden, waardoor de oplage van 500 er snel doorheen was. Gelukkig is er internet! U kunt het boekje nu gratis downloaden en eventueel verspreiden.
“Weidevogels horen bij de Friese cultuur. Een grutto op het hek midden in het land, dát is wat ons landschap tot leven brengt. Fryslân is de belangrijkste weidevogelprovincie van Nederland. Zo broedt bijvoorbeeld 22% van de West-Europese gruttopopulatie in onze provincie. We hebben daarmee een belangrijke internationale taak bij het in standhouden van deze weidevogel. De laatste decennia gaat het niet goed met de weidevogels in Fryslân en de rest van Nederland. Ze krijgen het steeds zwaarder om een plek in ons landschap te vinden. Om ervoor te zorgen dat wij de weidevogels weer kunnen bieden wat ze nodig hebben, is onderzoek van groot belang. Zo kan het langlopende wetenschappelijke onderzoek naar de gruttopopulatie in Zuidwest-Fryslân inzicht geven in de toekomst van de weidevogels in Fryslân. Maar vooral ook in de effectiviteit van het provinciale weidevogelbeleid. Daarnaast kan de wetenschappelijke data worden gebruikt bij het nemen van besluiten over het behoud van de biodiversiteit in onze provincie.
Kansrijke weidevogelgebieden
Het onderzoek richt zich zowel op agrarisch weidevogelbeheer binnen/buiten de Ecologische Hoofdstructuur als op weidevogelbeheer in de reservaten binnen/buiten de EHS. En wat ook een belangrijk onderdeel van het onderzoek is: hoe staan de gebieden ervoor zonder gesubsidieerd weidevogelbeheer? We kiezen namelijk voor de meest kansrijke weidevogelgebieden en zetten daar ons geld op in. De vraag is dan wat boeren doen die buiten deze kerngebieden vallen. Ik hoop van harte dat ze zich vanuit hun hart blijven inzetten om de kans te vergroten dat hun gebied in de toekomst wél tot een kerngebied gaat behoren. Ook daar kan onderzoek weer bij helpen: het enthousiast maken van de agrariërs en laten zien dat hun aanpak werkt!”