< >
Kening
 
 

Schatplichtig

Blog  • 22 januari 2013  • Theunis Piersma   
 
 
 
 

Ik ben opgegroeid op het Friese platteland. In een tijd, waarvan ik nu weet, dat het de grootste weidevogelpopulatie kende. Die kwetterende steltlopers, bloemrijke weilanden én de zee maakten als jonge knaap grote indruk op me. En inspireerden me tot een latere carrière als zeebioloog en sinds 2004 hoogleraar trekvogelecologie aan de RUG.

In die functie, of moet ik zeggen hobby, houd ik me bezig met het monitoren van het gedrag en de trek van grutto’s. Van zowel de rosse grutto, die op de wadden pleistert, als de ‘gewone’ grutto die op grote schaal in het Nederlandse weidegebied nestelt.

Vaak wordt mij gevraagd waarom we nu juist de grutto zo intensief volgen en bijvoorbeeld niet de kievit of de tureluur. Dat antwoord is even simpel als ontnuchterend: de grutto staat hoog op zijn poten en is daarom goed zichtbaar in het weiland. Bovendien zijn de lange poten goed te ringen: de methodiek die we tot voor kort vooral gebruikten om zijn levenswandel in kaart te brengen.

Andere reden is dat de grutto een interessant treksysteem kent én dat zo’n 80% van alle grutto’s (nog) in Nederland broedt, waarvan ongeveer een kwart in Fryslân. Zoals bekend neemt dit aantal jaar in, jaar uit af. Met gemiddeld zo’n 8 procent per jaar.

De oorzaak is alom bekend: het gaandeweg verdwijnen van het ecosysteem waar de steltloper zich het prettigst voelt: relatief natte, bloemrijke graslanden met veel bodemleven waar later in het voorjaar wordt gemaaid. Een omgeving ook met weinig natuurlijke vijanden.

De oplossing is ook klip en klaar, maar minder gemakkelijk te realiseren: terug naar de hiervoor geschetste, meer natuurlijke habitat. Het afgelopen decennium heeft immers aangetoond dat we het tij niet keren met het inrichten van (te) kleinschalige natuurreservaten en kostbare subsidies voor agrarisch natuurbeheer.

Duidelijk is ook dat we dit alleen voor elkaar krijgen als we daar echt voor kiezen. Als we iedereen meekrijgen. En als we er voor zorgen dat betrokken melkveehouders niet alleen duurzaam, maar ook rendabel kunnen boeren. De toekomst van het weidelandschap hangt dan ook samen met de toekomst van de melkveehouderij en onze cultuur.

Deze visie delen we binnen Kening fan ‘e Greide en daarom maken we ons samen sterk voor het behoud van het weidevogellandschap als onlosmakelijk onderdeel van de de Friese cultuur en drager van een duurzame, rendabele agrarische bedrijfsvoering. De grutto wijst ons daarbij de weg en aan hem zijn we schatplichtig.

Theunis Piersma